27 okt De eerste Nederlandse winnaars van ‘Olympisch Goud’ (1900) in beeld?
Op een foto van bijna 125 jaar geleden zijn de roeiers François Brandt en Roelof Klein vastgelegd, vlak voordat ze een olympische titel winnen, als eerste Nederlanders ooit. Deze afbeelding was al langer bekend, maar sporthistoricus Pieter Breuker heeft als eerste de bijzondere situatie herkend.
Door: Pieter Breuker, sporthistoricus
Er is het nodige, ook door mezelf, geschreven over het eerste Nederlandse ‘olympisch goud’, de overwinning in 1900 bij het roeien van de gestuurde twee te Parijs. In de praktijk was die tweede editie van de moderne Olympische Spelen overigens onderdeel van de als veel belangrijker ervaren Wereldtentoonstelling van 1900 in de Franse hoofdstad. Op zoek naar toch weer nieuw materiaal vond ik deze zomer bijgaande foto in Le Sport Universel Illustré (nr. 216, 8 september 1900, p. 574), met als onderschrift: ‘Les régates internationales de l’exposition: à l’arrivée près du pont d’ Asnières’. De foto, die wel eerder, maar dan zonder context, is gepubliceerd, intrigeerde me: wat zien we hier precies?
Een paar zaken staan vast. Het betreft hier een roeiwedstrijd voor de gestuurde twee. De roeiers hebben bijna het eindpunt bereikt van het ongeveer 1.750 meter lange traject over de Seine, namelijk de spoorwegbrug van Asnières, even buiten Parijs. De foto maakt ook duidelijk dat het om een close finish gaat. Maar dan komen de vragen, met als belangrijkste: om welke twee ploegen gaat het hier?
Op basis van de uitslagen staat vast dat het twee momenten kan betreffen. In de voorwedstrijden op 25 augustus had de Club Nautique van Reims precies 7 minuten nodig gehad, de Club Nautique van Gent slechts 0,4 seconde meer. Nog spannender was de finalewedstrijd een dag later: het Nederlandse team van Minerva, met de roeiers François Brandt en Roelof Klein, won in 07:34,20 minuten, de Parijse Société Nautique de Marne met de roeiers Lucien Martinet en René Waleff deed er maar 0,2 seconde langer over. Omgerekend in meters kwam dat neer op 77 centimeter … Beide minimale verschillen zijn op de foto niet waar te nemen. Toch is er nog wel wat meer te zeggen.
Een aanwijzing dat het om de finale zou kunnen gaan, laat het roerige water zien. Volgens het Algemeen Handelsblad van 27-08-1900 was het op 25 augustus ‘prachtig weer’ terwijl er een dag later ‘vrij wat wind [stond]’. Een ander, maar minder zwaarwegend argument zou de kleding van de roeiers kunnen zijn. Daarvoor moeten we naar de rechter boot kijken. Het Nederlandse team droeg een ‘groene pet’ en die kan op de zwart-wit foto een lichte kleur hebben aangenomen (de voorste roeier draagt geen pet (meer?). Een derde punt: de stuurman helemaal rechts, ondanks uitvoerig onderzoek een onbekend gebleven jongetje, lijkt een zwarte pet te dragen en dat doet hij ook op een foto met Brandt en Klein die onmiddellijk na afloop van de slotwedstrijd zal zijn genomen. Is dit voldoende bewijs dat het op de foto uit Le Sport Universel Illustré om de finale ging? In dat geval zien we rechts het Nederlandse team en op grond van hun vaste taakverdeling in de gestuurde twee is dan zeker dat Brandt (boeg) voorin zit en Klein (slag) rechts van hem.
François Antoine Brandt (* 29 december 1874/ Zoeterwoude – † 4 juli 1949/ Naarden) en Roelof Klein (* 7 juni 1877/ Lemmer – † 12 februari 1960/ Montclair (New Jersey – VSA) kenden elkaar van hun studie in Delft. Brandt heeft vrijwel zeker nooit geweten dat hij aan de Olympische Spelen had meegedaan, maar Klein wel: The Montclair Times van 18 februari 1960 noemt hem in een herdenkingsartikeltje ‘the former Olympic champion‘
Natuurlijk hoop ik dat nog weer verder onderzoek definitief uitsluitsel zal geven. Ik kan over Brandt en Klein nog een ander nieuwtje vertellen. Ze deden ook mee aan de wedstrijd voor de gestuurde acht en werden daarin, eveneens op de 26ste augustus, derde. Alle roeiers kregen volgens de Nederlandsche Sport […] van 29 december 1900 ‘een zilveren beker’. Deze werd kennelijk nagezonden want in een door mij onlangs verworven brief van Roelof Klein, gedateerd op 4 mei 1937, schrijft deze aan zijn broer ‘Dr Hendrik Klein, arts en familie’ te Sneek onder meer: ‘Het geringste ornament wordt door de Nederlandsche douane vreeselijk gemutileerd volgens mijne ervaring met een zilveren bokaal, die ik van de Parijsche roeiwedstrijden naar huis nam. Dus deze manier is het beste.’ Met het laatste bedoelt Klein dat papiergeld sturen wel verantwoord is (hij heeft een briefje van vijf voor zijn nichtje bijgesloten).
Voor hun overwinning in de gestuurde twee kregen Brandt en Klein een bronzen beeld, dat ze wel meteen konden meenemen. Van de ons zo vertrouwde gouden, zilveren en bronzen medailles voor respectievelijk de nummers 1, 2 en 3 was nog geen sprake: die zouden vanaf 1904 worden uitgereikt.
Geen reactie's