The New York Clipper sprak ronkend van ‘een van de meest buitengewone wedstrijden in de geschiedenis van het honkbal’.
De baseball-immigrant
Ruurd Edens
Doodse stilte in Chicago. Het loopt tegen de avond op een zomerse dag in Dexter Park, het honkbalstadion van de stad. De pop-up van de laatste slagman van de Chicago White Stockings is zojuist gevangen: de thuisploeg heeft verloren van de New York Mutuals. We schrijven zaterdag 23 juli 1870. Niet dat de fans voor het eerst getuige zijn van een nederlaag in eigen huis, het is vooral de uitslag die pijn doet, heel veel pijn. 0-9 maar liefst. Geen enkele run gescoord, de mensen op de tribune hebben nog nooit zoiets meegemaakt. Het sportieve leed is voor een belangrijk deel aangericht door de uitblinkende werper van de Mutuals. Rynie Wolters is zijn naam, een man die een kwart eeuw eerder als Reinder Wolters aan de andere kant van de oceaan is geboren. Zijn prestatie zal jaren later pas historisch worden genoemd.
Rynie Wolters – Amerikanen hadden moeite om de naam ‘Reinder’ uit te spreken – begon zijn honkbalcarrière in de jaren zestig van de negentiende eeuw. In 1864 dook hij voor het eerst op in een wedstrijdverslag als speler van de Pioneer Club of Newark, een bescheiden team in zijn woonplaats in de staat New Jersey. Een jaar later werd hij de vaste werper van een ploeg uit Irvington, een stadje vlakbij Newark. Irvington maakte deel uit van de National Association Of Base Ball Players. Bij deze losjes georganiseerde bond waren voornamelijk clubs uit het oosten van de Verenigde Staten aangesloten. De NABBP was een voorloper van de National League, opgericht in 1876, die samen met de American League van 1901 nog altijd het huidige Major League Baseball vormt Honkbal werd in die jaren nog niet in de vorm beoefend die we nu kennen. Werpers gooiden onderhands, ze stonden niet op een heuvel en veldspelers gebruikten geen handschoen: ze moesten het met hun blote handen doen. En ‘base ball’ werd nog met twee woorden geschreven, de spatie verdween jaren later.
Rynie Wolters – Amerikanen hadden moeite om de naam ‘Reinder’ uit te spreken – begon zijn honkbalcarrière in de jaren zestig van de negentiende eeuw. In 1864 dook hij voor het eerst op in een wedstrijdverslag als speler van de Pioneer Club of Newark, een bescheiden team in zijn woonplaats in de staat New Jersey. Een jaar later werd hij de vaste werper van een ploeg uit Irvington, een stadje vlakbij Newark. Irvington maakte deel uit van de National Association Of Base Ball Players. Bij deze losjes georganiseerde bond waren voornamelijk clubs uit het oosten van de Verenigde Staten aangesloten. De NABBP was een voorloper van de National League, opgericht in 1876, die samen met de American League van 1901 nog altijd het huidige Major League Baseball vormt Honkbal werd in die jaren nog niet in de vorm beoefend die we nu kennen. Werpers gooiden onderhands, ze stonden niet op een heuvel en veldspelers gebruikten geen handschoen: ze moesten het met hun blote handen doen. En ‘base ball’ werd nog met twee woorden geschreven, de spatie verdween jaren later.
Rynie de power-pitcher
Wolters was een power-pitcher die slagmensen vaak overdonderde. Rynie’s snoeiharde worpen voor Irvington maakten grote indruk. De ambitieuze New York Mutuals wilden meestrijden om de officieuze titel van de NABBP en ‘the great Wolters’ zou weleens de sleutel tot succes kunnen zijn. Rynie dacht niet lang na over het aanbod en stapte in 1868 over naar New York. In datzelfde jaar verruilden de Mutuals hun thuisbasis Elysian Fields in Hoboken voor de Union Grounds in Brooklyn. Daar kon men meer betalende toeschouwers kwijt. Het loonde, met Wolters in de gelederen werden de Mutuals dat jaar meteen kampioen.
1868, het jaar van Rynie’s overstap, was het laatste jaar van honkbal als pure amateursport. Steeds meer toeschouwers kwamen naar de stadions en clubs deden goede zaken. Vaak speelden teams een best of three en het kwam regelmatig voor dat zo’n serie inderdaad uitdraaide op een derde, beslissende wedstrijd. Argwanende kranten konden echter niet bewijzen dat clubs regelmatig met opzet de eerste twee duels verdeelden. Uiteraard wilden spelers in de weelde meedelen. In 1869 mochten clubs die daar voor kozen, hun spelers voortaan officieel in dienst nemen. Niet dat de honkballers hun prestaties eerder gratis hadden geleverd trouwens: betalingen onder de tafel waren al gemeengoed.
Reinder uit Nieuweschans
‘Mijn vader werd geboren op 17 maart 1842 in Schaantz, een klein plaatsje in Friesland in Nederland. Hij verliet Nederland op vierjarige leeftijd met zijn familie en kwam aan in Quebec, Canada en vestigde zich in Newark, New Jersey.’ Dit typte Mildred Wolters, de trotse dochter van Rynie, op 30 november 1956 aan Joe Simenic, een Amerikaanse honkbalresearcher. Simenic wilde de geschiedenis en statistieken van de sport aanvullen en had daartoe onder meer contact gezocht met de nakomelingen van Rynie Wolters.
Zo kwam de immigrant bekend te staan als de eerste Nederlandse honkbalprofessional in Amerika. Met Schaantz moet Mildred Wolters Nieuweschans bedoeld hebben, de Groningse grensplaats met het Duitse Ost-Friesland. De Groningse naam voor Nieuweschans, het tegenwoordige Bad Nieuweschans, is ’Schaanze’ en waarschijnlijk als gevolg van Mildreds informatie geven Amerikaanse bronnen gewoonlijk Nieuweschans als geboorteplaats op. Destijds maakten de bewoners van de streek overigens nauwelijks onderscheid tussen de twee kanten van de grens, die niet meer was dan een onzichtbare, administratieve regeling. Aan weerszijden vind je nu nog steeds, door elkaar heen, Nederlandse en Duitse namen, opschriften en teksten. De ouders van Reinder, Reinder Alberts Wolters en Hermina Lammerts Smidt, leerden elkaar kennen in Bingum bij Leer aan de Eems. Het stel trouwde in 1827 in Hamswehrum aan de noordelijke Eemsmond en kreeg zes kinderen: Lammert, Roelf, Christian, Reinder, Geert en Heepke.
Volgens Duitse kerkarchieven werd Reinder op 17 maart 1844 geboren en op 9 april gedoopt, maar Amerikaanse naslagwerken houden gewoonlijk het door Mildred Wolters gegeven geboortejaar 1842 aan, in combinatie met Nieuweschans. De doorgaans serieus te nemen site Baseball-reference.com noemt behalve 17 maart 1842 ook nog eens 18 december 1842, een datum die in 1917 op Wolters’ Amerikaanse overlijdensakte werd ingevuld.
Het gezin Wolters stapte waarschijnlijk in 1848 op de boot naar Quebec, want een jaar eerder was Heepke, het jongste kind, nog in Ost-Friesland gedoopt. De meeste schepen naar Canada vertrokken destijds uit Bremen. Helaas zijn veel passagierslijsten uit het midden van de negentiende eeuw lang geleden wegens ruimtegebrek vernietigd. Vanuit Quebec reisde het gezin over land door naar Newark, New Jersey, waar al een grote gemeenschap van immigranten was ontstaan. Bij de volkstelling van 1850 werden de acht leden van het gezin geregistreerd als inwoners van de stad. Zoals zoveel Europeanen in die tijd hoopten Reinder senior en zijn vrouw Hermina in het beloofde land Amerika een betere toekomst voor zichzelf en hun kinderen te vinden. In Ost-Friesland was het voor vader bijna onmogelijk geweest om een groot gezin te onderhouden. De economische situatie was slecht, er heerste veel armoede en het loon van een landarbeider was geen vetpot. In Newark vond hij een baan als tuinman.
Verrassende vondst
Onderzoek voor dit artikel bracht informatie naar boven die afwijkt van wat in de voornamelijk Amerikaanse bronnen over de afkomst van Reinder Wolters wordt vermeld. Volgens de Duitse Kirchenbücher zou Reinder Hermann Wolters geboren zijn op 17 maart (en gedoopt op 9 april) 1844 in (Alt) Bunder-Neuland, een polder onder Bunde in Ost-Friesland, ten zuidoosten van Nieuweschans, in het huidige Duitsland. Ten tijde van de geboorte van Reinders ouders in de vroege negentiende eeuw maakte Ost-Friesland deel uit van Pruisen en van 1815 tot 1866 van het Koninkrijk Hannover, dat onderdeel was van de ‘Duitse Statenbond’. Onderzoek naar alle bronnen samen zal licht moeten werpen op de implicaties van deze informatie.Rynie bij de Green Stockings
Vanaf 1868 speelde Rynie Wolters vier seizoenen voor de Mutuals. De ploeg droeg witte uniformen met groene sokken, en daarom werd die ook wel liefkozend de Green Stockings genoemd. Rynie ontwikkelde zich in New York tot meer dan een simpele hardgooier. Om slagmensen uit hun evenwicht te brengen ging hij variëren in de tijd tussen zijn pitches. Ook leerde hij de slagzone beter te gebruiken door hoog en laag over de thuisplaat te ooien. Slagmensen kregen van hem soms een pitch inside en dan weer een outside. Wolters wisselde zijn harde worpen af met iets minder harde. In het huidige honkbal worden die change-ups genoemd. Met polsbewegingen gaf hij ook nog eens onvoorspelbaar effect mee aan de bal.Slagmensen waren vaak radeloos, omdat ze geen idee hadden of ze wel of niet op zijn pitches moesten slaan. Uiteraard speelde Rynie Wolters, zoals iedere werper, ook slechte wedstrijden. Dan vlogen de ballen hem om de oren en incasseerde zijn ploeg tientallen runs. Dergelijke uitschieters komen tegenwoordig veel minder voor, ook omdat iedere club nu over meerdere relief pitchers beschikt. Monsterscores waren niet alleen op het conto van de werper te schrijven. Omdat veldspelers hard geslagen ballen met hun blote handen moesten vangen of tegenhouden, werden er meer veldfouten gemaakt. Daardoor kwamen uiteraard ook veel meer mensen op de honken en werden er meer runs gescoord. De honkbalbond breidde verder uit. Ook clubs uit steden buiten de oostkust sloten zich aan. In 1870 richtten rijke zakenmensen een nieuwe ploeg op in Chicago: de White Stockings.
Tegenwoordig spelen twee ploegen uit die stad in de Major Leagues: de White Sox en de Cubs. Je zou denken dat de Stockings een voorloper waren van de Sox, maar juist de Cubs – de naam wordt sinds 1903 gebruikt – zijn uit de Stockings ontstaan. Tom Foley, zakelijk leider van de White Stockings – en ook een bekende topbiljarter in zijn tijd – had grootse plannen. Hij wilde meteen kampioen worden en kreeg van zijn bazen een flink budget. Hij benaderde menig topspeler om naar Chicago te komen; ook Rynie Wolters kreeg een aanbod. Volgens de New York Clipper konden toppers tussen de 1500 en 2000 dollar per jaar verdienen. Vanwege hun poenerige imago werden de White Stockings door journalisten ook wel ‘The $18.000 Nine’ genoemd. De Clipper sprak schande van dergelijke praktijken. Clubs hadden afgesproken om elkaars spelers niet stiekem weg te kapen en toch gebeurde dit met grote regelmaat. Kennelijk was Rynie niet tevreden met wat hem werd aangeboden, want hij bleef bij de Mutuals. Hij zelf werd, zij het indirect, ook in verband gebracht met ronselpraktijken. Een krant kwam een duistere affaire op het spoor. Tweede honkman Charles Sweasy van de Cincinnati Red Stockings, met wie Wolters nog had gespeeld bij Irvington, was in het geheim benaderd door een tussenpersoon uit Newark, ene Davis. Sweasy was uitgenodigd om tegen een vergoeding ‘geheel vrijblijvend’ te komen praten met een ‘geïnteresseerde partij’ in New York. Bij Sweasy waren ze aan het verkeerde adres. Hij lichtte het management van Cincinnati in en bleef zijn club trouw. De tussenpersoon had overigens een valse naam gebruikt: achter ‘Davis’ bleek een broer van Rynie Wolters schuil te gaan.
Shutout avant la lettre
Op zaterdag 23 juli 1870 arriveerden de New York Mutuals in Dexter Park in het zuiden van Chicago voor een belangrijke wedstrijd tegen de White Stockings. Dexter Park stond bekend als paardenrenbaan, maar was groot genoeg om ook een honkbalveld te huisvesten. Een dag eerder hadden de Mutuals in Chicago nog geoefend tegen een amateurteam en met 65-1 gewonnen. 5000 mensen waren op het topduel afgekomen, de tribunes zaten stampvol.Een grote politiemacht was paraat om te voorkomen dat de spelers door enthousiaste fans zouden worden lastig gevallen, maar iedereen gedroeg zich voorbeeldig. De omstandigheden waren ideaal voor een fijne sportmiddag: het zonnetje scheen, de stemming zat er goed in en bookmakers deden goede zaken. De meeste gokkers zetten hun dollars in op de White Stockings, die naar verwachting stevig revanche zouden nemen voor de 13-4 nederlaag die ze op hun zomertoernee langs de oostkust op 6 juli in New York tegen de Mutuals hadden geleden. De wedstrijd begon om 10 voor 3. Al in de eerste inning namen de Mutuals een 1-0-voorsprong dankzij een veldfout, een gestolen honk en nog een veldfout. Wolters had in die zelfde inning geen moeite met de eerste drie slagmensen van de thuisploeg: een one-two-three inning. Zijn agressieve pitches hoog in de slagzone waren niet te raken. De Chicago-fans klapten sportief, maar waren niet onder de indruk. Hun helden zouden straks heus wel gehakt maken van die pitcher uit New York! Helaas voor hen werd het eentonig: de thuisploeg kreeg maar geen vat op Wolters. Ook in innings 2, 3 en 4 geen enkele honkslag. Wel kwam slagman Wood in de vierde slagbeurt op de honken. Hij had eerst vier wijd gekregen en het eerste honk bereikt en was daarna dankzij een fout van catcher Mills op twee gekomen.
Pas in de 5e inning kon de eerste hit van Chicago worden genoteerd, maar niemand bereikte de thuisplaat. In de 6e inning vergrootten de Mutuals hun voorsprong tot 4-0. Wolters scoorde zelf ook, nadat hij eerder met een triple het derde honk had bereikt. De Stockings kwamen in de gelijkmakende slagbeurt dankzij een veldfout zowaar ook op het derde honk, maar konden opnieuw niet scoren. De sfeer in Dexter Park werd steeds somberder. De Mutuals bleven de bal wel raken en liepen verder uit tot 9-0. In de negende inning hadden de White Stockings een mirakel nodig, maar voor hen waren die zaterdag de wonderen de wereld uit. De laatste drie slagmannen sloegen de ballen van Wolters recht omhoog en werden eenvoudig uitgevangen. Eindstand 0-9. De negen spelers van Chicago dropen af met gebogen hoofden. Hun fans verlieten Dexter Park in een rap tempo: het was een dag om zo snel mogelijk te vergeten. The New York Clipper sprak ronkend van ‘een van de meest buitengewone wedstrijden in de geschiedenis van het honkbal’.
De verslaggever beschreef hoe hard het verlies in de stad was aangekomen: ’Er hangt een sombere sfeer in Chicago, de triomfantelijke houding die zo kenmerkend was voor haar burgers heeft plaats gemaakt voor een depressie.’ Nog niet eerder was zo’n grote ploeg als Chicago in een profwedstrijd door een pitcher op nul gehouden. Rynie had fantastisch werk geleverd. De prestatie op zich was wel eerder voorgekomen en wordt in de amateurtijd voor het eerst vermeld voor de pitcher Jim Creighton van de club Excelsior of Brooklyn op 8 november 1860. Na de invoering van het professionalisme in 1869 versloegen – een maand voor ‘Chicago’ – op 15 juni 1870 de Cincinnati Red Stockings de Unions of Morrisania uit de Bronx met 14-0, maar dit waren professionals tegen amateurs. Rynie was de eerste met een nul in een volledig professionele wedstrijd. Tegenwoordig spreek je dan van een shutout. Dat was een grote eer voor een pitcher, maar deze term moest anderhalve eeuw geleden nog bedacht worden. Wel leidde Rynie’s inmaakpartij tot creatief taalgebruik onder honkbalverslaggevers. Het werkwoord ‘to Chicago’ zou nog jarenlang worden gebruikt wanneer een ploeg verzuimde te scoren of dat treurige lot dreigde te ondergaan. Een voorbeeld uit de New York Clipper van 26 augustus 1871: ‘[I]t is only by some wild throwing on the part of the Mutuals that the Athletics escaped a Chicagoing process.’
Rynie trekt zijn jas aan
Op 1 november 1870 keerden de Mutuals terug in Chicago. De White Stockings hadden in september in New York de winst gepakt en hoewel de Mutuals het kampioenschap toen al hadden geclaimd, stemden ze in met een lucratieve extra wedstrijd. Ook nu zou het een veelbesproken duel worden. De bezoekers mochten, zoals destijds gebruikelijk was, de scheidsrechter kiezen en wezen de eerder genoemde Tom Foley aan, die bekend stond als een eerlijk man. Rynie Wolters had deze keer veel meer moeite met de Stockings. Na acht innings was de stand 7-5 voor het thuisteam, maar in hun laatste slagbeurt gingen de Mutuals los.Ze scoorden run na run en toen de inning eindelijk voorbij was, stond er 13-7 op het scorebord. Dat leek een veilige stand. Het moest raar lopen als Rynie de wedstrijd nu nog uit handen zou geven. Maar dat was buiten scheidsrechter Foley gerekend. In hun negende inning hielden de Stockings bij iedere worp de knuppel stil en kregen ze van Foley steeds een vrije loop naar het eerste honk. Tot ergernis van Wolters. Hij raakte uit zijn evenwicht en verloor de controle over zijn pitches. Chicago ging opeens raak slaan, stal het ene na het andere honk en de verdedigers achter Wolters stapelden ook nog eens fout op fout. Bij de stand 13-12 voor New York werd het Wolters te veel, toen Foley al zijn pitches als wijd bleef beoordelen. Rynie gooide de bal op de grond, trok zijn jas aan en liep het veld af, gevolgd door zijn verbouwereerde ploeggenoten. De scheidsrechter riep de White Stockings tot winnaar uit, maar bepaalde de eindstand op 7-5 in plaats van 9-0, zoals de spelregels voorschreven. Zo voorkwam een arbitraire dwaling dat de Mutuals zelf ‘Chicagoed’ werden. De thuisploeg vierde feest en riep zichzelf voor het gemak uit tot kampioen.
Traumatische ervaringen
De rest van Wolters’ carrière verliep minder spectaculair. Rynie gooide in 1871 nog voor New York, maar hij was minder effectief. Wel viel hij op door zijn slagprestaties. Hij leidde in de categorie Runs Batted In met liefst 44 binnengeslagen punten. Een seizoen later verkaste hij naar Ohio in het Midden-Westen van de Verenigde Staten. Hij werd door de Cleveland Forest Citys als ster binnengehaald, maar kon zijn reputatie geen eer aandoen. Na meerdere teleurstellende optredens verloor Rynie zijn positie als vaste werper en hij werd daarna meestal in het rechtsveld opgesteld. Een van de weinige keren dat hij nog wel mocht pitchen, kwam hij uitgerekend tegenover de Mutuals te staan. Het werd een traumatische ervaring. Hij werd hard geraakt door zijn oud-ploeggenoten en achter hem werd geblunderd bij het leven: 20-1 voor de Mutuals. Wolters was zó woedend, dat hij de volgende dag weigerde op te draven voor een wedstrijd tegen de Brooklyn Atlantics. De Forest Citys moesten met acht man spelen en verloren uiteraard kansloos. De clubleiding was ‘not amused’ en schorste Wolters voor een maand. Hij keerde nog even terug in het team, maar de club was inmiddels in grote problemen verzeild geraakt. De inkomsten vielen tegen, de spelers werden niet meer uitbetaald en de club ging failliet. Het avontuur in Cleveland zat er op voor Wolters, hij keerde terug naar New Jersey. In 1873 werd hij nog opgeraapt door de Elizabeth Resolutes, een club uit Elizabeth, New Jersey, vlakbij Newark. Al heel snel had Rynie door dat hier geen eer te behalen viel. Zijn eerste wedstrijd voor deze club, op 17 april 1873, zou ook zijn laatste worden. Tegen Philadelphia kreeg hij 23 runs om de oren en met het nodige misbaar leverde hij meteen zijn contract in. Een wijs besluit misschien, want ook de Resolutes haalden door geldproblemen het einde van het seizoen niet. Rynie Wolters stopte met honkbal en kreeg een baan als verkoper van landbouwproducten bij C. Wolters & Co, het succesvolle bedrijf van zijn broer Christian. De liefde voor de sport bleef. Rynie speelde nog jarenlang veteranenwedstrijden en sloot zich als bowler aan bij The Newark Cricket Club. Zijn onderhandse techniek bleek zeer geschikt om wickets mee te scoren.Overwoekerd graf
Reinder Wolters overleed op 3 januari 1917 in Newark. De doodsoorzaak was oedeem (‘dropsy’), vochtophoping in het lichaam. Meerdere kranten plaatsten in memoriams en vermeldden de historische wedstrijd waarin hij de Chicago White Stockings op nul had gehouden. Zijn prestatie was in de overlevering nog wat historischer geworden: veel artikelen spraken ten onrechte van de eerste ‘no-hitter’ in het professionele honkbal, Chicago zou in het bewuste duel zelfs geen enkele honkslag hebben afgeleverd, maar dat was niet waar. De Newark Evening News plaatste een foto van Rynie Wolters op leeftijd met een honkbal in zijn linkerhand.Naast zijn obituary stond het bericht dat Rasputin in Rusland was gedood. Twee historische figuren op een pagina. Reinder Wolters ligt in een familiegraf op Woodland Cemetery, een niet meer gebruikt kerkhof in een achterstandswijk van Newark. Op tientallen grafstenen staan Duitse namen. Reinders laatste rustplaats is naast die van zijn ouders en dochter Mildred. Als je de plek wilt bezoeken, moet je een afspraak maken met de beheerder van Woodland Cemetery. Hij verwijdert dan eerst de struiken en takken die het graf overwoekeren. De immigrantenzoon Reinder ‘Rynie’ Wolters, de eerste pitcher die een shutout gooide in een volledig professionele wedstrijd, heeft een beter lot verdiend.
Met dank aan: Eric Hennekam (archiefonderzoek), Marjie Ewin (bestuur Woodland Cemetery), Hannelore Wichgers- Nass (onderzoek Duitse archieven) en Wim Zonneveld (aanvullende research).
Gebruikte bronnen
Jozsa, Frank P. Jr. Baseball Beyond Borders. From The Distant Lands To The Major Leagues. Lanham, Maryland: The Scarecrow Press, 2013.
Seymour, Harold. Baseball, The People’s Game. Oxford: Oxford University Press, 1990.
Thorn, John. Baseball: Our Game. London: Penguin Books, 1995.
Zinn, John G. A Cradle of the National Pastime: New Jersey Baseball 1855-1880. Princeton, New Jersey: Morven Museum & Garden publications, 2019.Twee brieven van Mildred Wolters aan grondlegger Joe Simenic van de Society for American Baseball Research (5 en 30 november 1956). In: Archief Baseball Hall Of Fame, Cooperstown, New York.
Krantenartikelen over Amerikaans baseball (online) uit: New York Clipper, Chicago Tribune, Chicago Packer, Newark Evening News, Sioux City Journal, The Vancouver Sun, The Moline Dispatch, The Tampa Tribune, The San Francisco Examiner, The Cedar Rapids Gazette en The Bridgewater Courier- News
Mears Baseball Scrapbooks in de ‘Cleveland Public Library Digital Gallery’ op https://cplorg.contentdm.oclc.org/digital/collection/p4014coll27/id/150/, meerdere volkstellingen Newark en genealogische informatie op ancestry.com, artikelen over Amerikaans base-ball op sabr.org en de Wikipedia-website ‘Major League Baseball Players from Europe’.
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.