Op 3 augustus 2006 bezocht een delegatie van Stichting de Sportwereld de tentoonstelling Echte Helden in het HCO te Zwolle. De tentoonstelling was vanaf vanaf de opening op 21 april 2006 tot en met 27 augustus 2006 te zien in de Geschiedenishal van HCO.

De tentoonstelling ‘Echte helden, 100 jaar sport in Overijssel’ in het nieuwe onderkomen van het Historisch Centrum Overijssel belicht twaalf helden uit de sportgeschiedenis van de provincie. Ruwweg elk decennium heeft een eigen held opgeleverd. De legendarische Jasper Warner staat synoniem voor de sportheld uit de periode 1910 tot 1920. ‘Want Jasper Warner deed veel meer dan een voetbalclub besturen. Hij onderkende al heel vroeg de promotionele waarde van een voetbalwedstrijd. Daarom heeft hij zich ook tot het uiterste ingespannen om die interland tussen Nederland en Duitsland naar Zwolle te halen. Met die wedstrijd wilde hij de stad op de kaart zetten. Nou, het is knap als iemand dat in 1912 voor elkaar weet te krijgen. Daarom beschouw ik Jasper Warner als een echte held. Hij kon trouwens meer dan alleen voetballen. Hij moet ook een prima bokser, schutter en zwemmer zijn geweest’, vertelt Wim Coster smaakvol.

Meester Thiebout en Kea Bouman zijn twee andere helden uit de oude doos. Ook dit duo zal veel gefronste wenkbrauwen oproepen bij de meeste sportliefhebbbers, verwacht Wim Coster. Maar vanaf 21 april zullen zij geen onbekende iconen uit de Overijsselse sportgeschiedenis meer zijn. ‘Dan weet iedereen dat meester Thiebout uit Zwolle in 1886 de grondlegger is geweest van de moderne wielersport en dat tennisster Kea Bouman in 1927 het tennistoernooi van Roland Garros op haar naam heeft geschreven. Zij kwam oorspronkelijk uit Delden en heeft later in Almelo gewoond. Haar historische prestatie in Parijs is bij niet veel mensen bekend. We hebben mooie oude beelden van Bouman.’

De sporthelden van recenter datum hebben verder nauwelijks enige introductie nodig. In vogelvlucht laat Wim Koster de namen van Beb Bakhuys, Han Hollander, Reinier Paping, Hennie Kuiper, Ellen van Langen, Nico Rienks en Erben Wennemars vallen. ‘Stuk voor stuk onbetwiste grootheden uit de Overijsselse sportgeschiedenis. Dat zal niemand kunnen ontkennen.’

Een recente held verdient nog wel nadere toelichting, vindt Wim Coster. ‘Dat is de voetballer Darius Dhlomo. Een Zuid-Afrikaan die in 1958 bij Heracles in Almelo kwam voetballen. Dat zorgde voor een geweldige rel in zijn vaderland. Maar Dhlomo is een regelrechte held in Almelo geworden. Hij heeft niet alleen als voetballer furore gemaakt. Dhlomo was ook een begenadigd bokser en muzikant. Na zijn carrière is hij raadslid en opbouwwerker geworden. Een hele bijzondere man, hij is nu 75 jaar. Zijn eigen archief heeft hij in een simpel koffertje gestopt. Dat heeft hij hier in het HCO laten zien. Eerlijk, dat was een hele bijzondere ontmoeting. Darius Dhlomo is voor mij ook een grote held uit de Overijsselse sportgeschiedenis.’